Wormen bij de kat

Iedere kat zal in zijn leven één of meerdere wormbesmettingen oplopen. Dit is niet heel erg, een lichte wormbesmetting is niet gevaarlijk. Maar wanneer de wormen in grote aantallen aanwezig zijn kan je dier hier erg ziek van worden. Als je kat wormen heeft merk je hier niet meteen iets van. De meeste wormen bij katten leven in het maagdarmkanaal. We vertellen je hier alles over deze vervelende parasieten.

Spoelwormen

De spoelworm is een geelwitte worm die via de ontlasting van besmette dieren overgedragen wordt. Wanneer de kat geïnfecteerd is, worden er eitjes van de spoelworm via de ontlasting uitgescheiden. Dit kunnen er wel 200.000 per dag zijn! Ze kunnen jarenlang in de omgeving blijven liggen. Hierdoor kan je bij een buitenkat een besmetting met spoelwormen bijna niet voorkomen. Door het snuffelen aan ontlasting, het eten van een besmette muis of door het wassen van de vacht kan je kat een wormeitje inslikken. Kittens raken via de moedermelk altijd besmet met spoelwormen.

Vaak merk je niet direct iets van een spoelwormbesmetting. Wanneer de wormen lang aanwezig zijn kan je ze in de ontlasting of in het braaksel van je kat tegenkomen. Ze lijken dan op stiekjes die soms nog even bewegen. Ook mensen kunnen spoelwormen oplopen.

Lintwormen

Een lintworm is een lange, platte worm die zich aan de binnenkant van de darm heeft vastgezet. Deze worm laat steeds een klein segment van zichzelf los dat vol zit met eitjes. Deze segmentjes komen met de ontlasting van de kat mee naar buiten. Het lijken dan rijstkorreltjes die ook aan het achterwerk van je kat kunnen blijven hangen. Besmetting met de lintworm gaat via contact met de ontlasting van een besmet dier, via het oplikken van een besmette vlo of het eten van een besmette muis.

Hartwormen

De hartworm is een ander soort worm dan de spoel- en lintworm. De overdracht van de larven van de hartworm gebeurt via de steek van een mug. Deze komt vooral in het zuiden van Europa voor. Nadat de kat gestoken is trekken de larven naar het hart van de kat waar ze vervolgens uitgroeien tot wormen. Wanneer deze wormen zich voortplanten belanden de larven weer in het bloed van de kat.

Veel katten hebben geen symptomen van een hartworminfectie. Wanneer het dier er wel iets van merkt is het meestal ook meteen foute boel: hevig hoesten en benauwdheid treden op, vaak met sterfte tot gevolg. Een bloedonderzoek of echo kan een hartworminfectie aantonen.

Kenmerken van wormen kat

De ernst van de symptomen bij een worminfectie hangt vaak af van het type worm en de graad van de besmetting. Enkele kenmerken van een wormbesmetting zijn:

• Braken
• Diarree
• Geen eetlust
• Bolle, opgezette buik
• Slechte vacht
• Bloedarmoede
• Uiteindelijk sterfte

Heb je een kitten met wormen dan kan dit leiden tot een groeiachterstand en darminfecties. Het is daarom raadzaam een jonge kat te ontwormen op een leeftijd van 8, 10 en 12 weken.

Hoe voorkom ik wormen bij mijn kat?

Een besmetting met wormen bij je kat is lastig te voorkomen. Je kan wel een aantal maatregelen nemen om de kans zo klein mogelijk te houden. Zorg dat je de kattenbak dagelijks verschoont en de ontlasting meteen weggooit. Was hierna grondig je handen. Houd je dier en ook je huis vrij van vlooien.

Om te voorkomen dat er mensen besmet raken kan je het volgende doen:

• Houd zandbakken dicht zodat katten er geen behoefte in kunnen doen
• Tuinier alleen met handschoenen
• Was groente en fruit uit de moestuin erg goed alvorens ze te eten of te bereiden

Wil je weten of je kat last heeft van wormen, laat dan zijn ontlasting onderzoeken op de aanwezigheid van wormen of wormeitjes. Zo kan je gericht en vooral niet onnodig een antiwormmiddel toedienen.

Daarnaast is het goed de weerstand van de darmen gezond te houden. Met een goede weerstand en een gezonde darmflora heeft een wormbesmetting ook minder kans.

Resistentie tegen wormen

Soms wordt er aangeraden je kat vier keer per jaar “preventief” te ontwormen, ongeacht of er een besmetting heeft plaatsgevonden. De ontworming doodt de op dat moment aanwezige wormen, maar zal een nieuwe besmetting niet kunnen voorkomen. Daarnaast zijn niet alle wormmiddelen even effectief waardoor er gemakkelijker resistentie ontstaat. Doe dit dus niet lukraak maar check altijd door een test of er een worminfectie is. Een goede oplossing is het geven van wat kruiden over het voer, ieder kwartaal tien dagen achtereen, zodat een worm zich niet prettig voelt in het darm-milieu van de kat. Hiermee wordt mogelijk een infectie voorkomen.

Wat kan ik doen?