Hernia bij de hond
De wervelkolom van een hond bestaat uit harde wervels die kunnen bewegen ten opzichte van elkaar door de tussenwervelschijven en kleine wervelgewrichtjes. Door deze wervels loopt het ruggenmerg. De tussenwervelschijven vormen de verbinding tussen twee harde wervels en bestaan uit een buitenste ring van kraakbeen (de annulus fibrosus) met daarin een zachte kern (de nucleus polpolus). De annulus houdt de nucleus op zijn plaats.
Ontstaan van een hernia
Een hernia ontstaat meestal doordat de annulus van de tussenwervelschijf beschadigd raakt. Dat kan zijn in de rug, maar ook in de nek. Doordat er een scheur in komt, stulpt de nucleus naar buiten. De druk die ontstaat op het ruggenmerg veroorzaakt pijn en kan in sommige gevallen verlamming veroorzaken. Sommige rassen zijn gevoeliger voor een hernia dan anderen, denk aan de Teckel, de Basset of de Cocker Spaniël. Toch kan een hernia bij ieder ras voorkomen.
Wat kan ik doen?
Kenmerken van een hernia
In de meeste gevallen is ‘pijn’ het eerste symptoom van een hernia. Honden kunnen of willen hierdoor minder lang lopen en kunnen ook niet meer goed springen, of ‘opwaartse’ bewegingen maken zoals traplopen. Honden die voorheen met een grote boog op de bank kwamen ploffen blijven plots met vragende ogen voor de bank staan ‘of je ze soms niet even wilt tillen’.
Sommige honden die een pijnlijke rug hebben, krijgen moeite met lopen. Ze willen niet alleen weinig bewegen, maar hebben ook zichtbaar moeite met wandelen. Ze lopen wat onzeker en slepen wat met hun achterpoten.
Meer kenmerken van een rughernia:
- langzamer gaan zitten
- moeilijk overeind komen
- spierzwakte of kreupelheid achterpoten
- moeite met plassen en ontlasting
- slappe of laag gedragen staart
In ergere gevallen kan er sprake zijn van verlamming. De voorpoten blijven het doen, maar de achterpoten willen niet meer meekomen. In sommige gevallen hebben honden nog wel gevoel in hun poten, ze voelen nog wel pijn, in andere gevallen zijn honden het gevoel in hun achterlijf geheel kwijt. Deze laatste toestand is de meest zorgwekkende. Ook incontinentie en verstopping kunnen hierdoor ontstaan.
Een hernia moet altijd door onderzoek van een dierenarts of specialist worden gediagnostiseerd. Het belangrijkste beeldvormende onderzoek is een CT scan of een MRI van de wervels. Met een MRI-scan wordt de hernia zichtbaar, evenals de eventuele beknelling van de zenuwwortel. Op een röntgenfotofoto kan de diagnose hernia niet worden gesteld. Wel is het mogelijk om hiermee afwijkingen van het bot te zien. Ook kan worden beoordeeld of er bijvoorbeeld sprake is van stand- of vormafwijkingen van de wervelkolom.
De behandeling van een hernia hond
De kans van slagen van de behandeling is afhankelijk van de ernst van de hernia. Wanneer een hond alleen pijn heeft en moeilijk beweegt is de kans op herstel groter dan wanneer een hond verlamd is en geen gevoel meer in het achterlijf heeft. Je dierenarts kan vertellen wat voor de hond de meest passende behandeling is Lang niet iedere hernia hoeft te worden geopereerd. De meeste klachten van een hernia gaan na verloop van tijd vanzelf over.
In sommige gevallen loont het om operatief in te grijpen. Hierbij wordt het uitstulpende weefsel verwijderd waardoor de druk wordt weggenomen. Pijnstilling en voldoende rust worden vaak voorgeschreven in het geval van een lichte hernia. Ook acupunctuur heeft al veel honden met een hernia geholpen. Er zijn gelukkig fytotherapeutische druppels die de zwelling en daarmee de druk, kunnen verminderen.
Wat kan ik doen?